In de sneltrein van Den Helder naar Maastricht,
dacht ik aan jou-
hoe de rails onder mij zongen,
zoals mijn gedachten trilden op de
rand van herinnering.
De landschappen schoven voorbij
als oude foto's in sepia,
maar steeds viel ik terug
op dat ene beeld
jij,
in het zachte licht van Swansea,
de geur van zee en ochtendmist
nog vers op je huid.
Ik hoorde de echo van je lach
in het schommelen van de coupé,
voelde de warmte van die nachten
tussen strand en zee,
toen alles nog kon
en niets nog moest.
Van de haven in Den Helder
tot de heuvels bij Maastricht
bleef jij in mij bewegen-
zoals een golf nooit helemaal breekt,
maar steeds weer terugkeert naar de kust.