Er zijn geen oevers meer.
Alle grenzen zijn opgelost
in wat niet gezegd kon worden
maar toch tussen ons hing
als damp boven een rivier.
In de stroom van mijn verlangen
drijf jij samen met mij
op het wilde water
naar gevoelens
nooit eerder gevoeld.
We kijken niet terug.
Er is geen kaart,
geen kompas dat dit kent.
Alleen het drijven,
het raken,
het niet-weten
maar toch blijven.
Je huid tegen de mijne
zegt niets,
maar vertelt alles.
Een taal van warmte,
van aanwezigheid,
zonder belofte,
zonder einde.
Misschien worden we ooit aan land gezet,
misschien ook niet.
Maar zolang het water ons draagt,
blijven we
in die stroom
waar alles leeft
wat nog geen naam heeft.