Ik heb de Limburgse Maas lief
om de traagheid waarmee zij ademt,
om het zilveren licht dat breekt
tussen wilgen en populieren.
Zij draagt verhalen mee,
oude grenzen,vergeten veldslagen,
en toch blijft zij zacht,
een stroom die heelt
door altijd te blijven gaan.
Ik heb de Limburgse Maas lief
wanneer zij zwelt in de regen
en de oevers haast omhelst,
wanneer zij krimpt in de zomer
en stenen blootlegt als herinneringen.
Langs haar bochten wonen mensen,
stil in hun arbeid,
ze kijken naar het water
alsof het een oude vriend is
die nooit weggaat,
maar altijd onderweg blijft.