Ik sta hier,
waar de stenen koud blijven
ook als de zon schijnt.
Hun namen,
ingekerfd in graniet,
zwijgen harder dan ooit.
Geen stem,
geen hand
alleen de wind die zacht beweegt
tussen de bloemen die half verwelkt
nog altijd iets proberen vast te houden.
Ik weet niet wat ik zeggen moet
en dus blijf ik stil,
zoals zij
al zo lang zijn.
Toch is er iets-
in de lucht,
in de grond,
in mij-
dat blijft luisteren
alsof er nog iets komt.