Ik ben maar een armoedige dichter,
geen goud siert mijn handen,
geen paleis draagt mijn naam.
Mijn rijkdom bestaat enkel
uit letters,woorden en zinnen-
strohalmen van betekenis,
in de storm van het bestaan.
Ik bouw geen huizen,
ik bouw gedachten.
Geen muren,maar regels
waarin mijn hart zich schuilhoudt.
Ik ben maar een armoedige dichter.
Toch,in de stilte van papier
vind ik overvloed.
Mijn rijkdom in eenvoud verwoord,
in een taal die niet hoeft te schitteren
om waar te zijn.