De dagen verschuiven als wolken,
langzaam, zinder richting,
alsof ze zelf vergeten zijn
waarheen ze ooit wilden drijven.
Ik zit stil tussen herinneringen
die niet meer weten of ze echt waren,
of slechts een echo
van iets wat ik graag had geloofd.
Doordacht zijn mijn gedachten
die niet langer kunnen denken
hoe het eigenlijk zou moeten zijn.
Ik blijf zoeken naar vormen
in wat vormloos is,
raak met mijn vingers
de randen van een toekomst
die nooit is gekomen.
Misschien was dit altijd al het pad--
niet recht,
niet duidelijk,
maar het mijne.