De heuvels spreken niet,
maar ze herinneren zich alles.
Ochtendmist rolt binnen als een oud lied,
zacht over de velden
waar de tijd trager gaat
en voetstappen langer blijven hangen.
Stenen kapellen staan met vermoeide waardigheid,
en dragen de gebeden van generaties
in hun verweerde muren.
In de stilte tussen klokslagen
hoor je de adem van het land-
gelijkmatig,geduldig,
onverschillig voor haast.
Kronkelende paden leiden nergens en overal,
langs boomgaarden,
langs verhalen die gefluisterd worden
in de plooien van dialect en schemer.
Limburg schreeuwt niet.
Het fluistert.
En in die stilte
gaan de verhalen verder.