Tijd glijdt als water tussen vingers,
stil,onafwendbaar.
Geen begin dat je echt voelt,
geen einde dat je kunt vangen.
Het verandert alles,
zonder dat het zelf verandert.
Gezichten vervagen,
woorden worden echo's
in kamers waar niemand meer spreekt.
We tellen,plannen,vergeten.
Maar tijd telt niet.
Tijd kijkt niet om,
het draagt geen gewicht
behalve het onze.
En toch lopen we met haar mee,
alsof we weten waar ze heengaat.