Op ijzige wegen
loop de stilte met me mee.
De bomen fluisteren niet,
ze staan zwijgend als wachters
langs een pad dat nergens naartoe lijkt te gaan.
Mijn adem zweeft kort in de lucht,
verdwijnt alsof hij nooit heeft bestaan.
De wind snijdt niet,
hij drukt alleen-
een herinnering aan iets dat ik vergat.
Elke stap kraakt
alsof de aarde zich afvraag
waarom ik nog beweeg.
Maar ik ga verder,
niet uit hoop,
niet uit angst,
maar omdat stilstand
ook kouder is dan vooruit.