Ik danste in dromen,te fel om te houden,
een grap in vreugde,een clown in nachten.
Ik reikte naar sterren met open hand,
bouwde kastelen op drijvend zand.
Ze lachten-ik lachte- ik speelde het spel,
een geschilderde glimlach,een leeg verhaal.
Toch zag ik een wereld,groots en fijn,
waar wijzen hun waarheid laten schijn'.
Noem mij dwaas,noem mij vrij-
want ik zie wat jij voorbij laat glij'.
Niet vast aan angst,noch trots,noch doel,
misschien is de wijze wel de dwaas,
de gevoel'.