Als ik het kon,
zou ik je uit mijn hoed toveren,
glimlachend,
alsof je daar altijd al had gewacht.
Zou ik je laten verdwijnen
tussen het gordijn van mijn gedachten
om in mijn slaapkamer
tot verschijning te komen
zoals alleen jij dat kan:
stil,aanwezig,echt.
Maar kon bestaat niet,
gaat niet.
En toch sta ik daar,
mijn handen vol illusie,
ogen vol hoop.
Ik ben ervan overtuigd
dat ik een goede goochelaar ben,
maar ik begrijp alleen niet
hoe de trucs
daadwerkelijk uitgevoerd moeten worden.