De geur van afscheid is penetrant
en ruikt onaangenaam.
Hij hangt in kamers waar stilte
zwaarder weegt dan woorden,
waar deuren dichtvallen
zonder een blik achterom.
Het zit in kleding
die niet meer gedragen wordt,
in kopjes die onaangeroerd
op tafel blijven staan.
Je ruikt het in herinneringen
die plots opkomen,
bij het openen van een lade,
in de plooi van een oud gebaar.
Geen parfum kan het verdrijven,
geen wind neemt het volledig mee.
Het blijft hangen,
onzichtbaar,
maar onmiskenbaar echt.
Zo ruikt het einde-
niet als verlossing,
maar als iets dat is achtergebleven
en nooit helemaal zal verdwijnen.