Er is stilte
in alles wat geweest is.
Beweging stopt
waar adem stokt,
waar ogen sluiten
zonder verwachting.
Wat ik wil,
wat ik zoek,
wat ik droom--
dat leeft alleen
zolang ik ademhaal.
Verlangens behoren toe aan de levenden.
Aan zij die wachten,hopen,
dwalen
door dagen vol misschien.
De doden verlangen niets.
Zij rusten
in een volmaakte leegte
zonder honger,
zonder haast.
En ik,
ik hou me vast
aan wat ik nog niet heb,
want zolang ik verlang,
ben ik er nog.