De ochtend is stil
de wind duwt zacht tegen mijn borst
stappen breken het ritme van de straat
maar niet om snelheid,
niet om afstand.
Mijn adem is traag
alsof hij iets bewaart
voor later,voor rust
of voor iets wat nog moet komen.
Ik loop
niet om ergens te zijn
maar om te blijven waar ik ben
tussen de passen
tussen de gedachten.
De wereld beweegt
maar ik vertraag
en in dat vertragen
vind ik iets wat lijkt op vrede.