Hij zit in de schaduw van zijn eigen leven,
een plek die hij zelf heeft gekozen.
Elke stap die hij zet,is een misstap,
maar nooit door zijn eigen schuld.
De wereld is tegen hem,altijd.
De kansen,de mensen,het lot--alles samenzweert.
Hij wijst met vermoeide vingers
naar het onrecht dat hem zogenaamd achtervolgt.
Zijn dromen waren groot,ooit,
maar nu zijn ze excuses geworden.
Als de wind anders had gewaaid,
als de tijd hem beter had behandeld,
als,als,als.
Hij kijkt in de spiegel,maar ziet niet zichzelf.
Alleen een slachtoffer, een man zonder regie.
Hij vecht niet,hij klaagt.
Hij groeit niet,hij wijst.
En de wereld draait door,
onbewogen,onaangedaan.
Want niemand houdt een plek vrij
voor iemand die zichzelf heeft opgegeven.