Ik loop
met de handen vol verlangens
die niemand ziet.
Ze fluisteren in mij
als echo's van wat nog niet is geweest,
of nooit zal zijn.
Soms groeien ze,
als onkruid tussen stilte en gewoonte,
soms sterven ze stil,
zonder dat ik het merk.
Mijn verlangens gaan dood
op de dag dat ik zal sterven.
Niet eerder.
Tot dan blijven ze branden,
zachtjes,
als het laatste licht
onder gesloten ogen.