Je aanwezigheid
was geen schreeuw,
maar een fluister
die zich nestelde in dagen
zonder naam.
Je zat in kleine gebaren,
de blik voor je iets zei,
de manier waarop je zweeg
zonder afstand.
Nu is het stil.
Maar een andere stilte
dan toen je er nog was.
Deze weegt.
Deze vraagt
waar je gebleven bent,
al weet ik het al.