Ze dansten
in stilte
over marmeren vloeren,
voeten zo licht
alsof de zwaarte hen had vergeten.
Onder sluiers geen geheimen,
alleen ogen
die meer wisten dan ze zeiden.
Geen muziek-
behalve de wind
die door het glas
zijn oude lied zong.
Wie keek,
zag geen zonde,
maar overgave.
Alsof het heilige
eindelijk had besloten
zichzelf te bewegen.