Ze klopt niet luid aan,
komt binnen als een schaduw in de ochtend.
Zegt niets,
maar laat alles wankelen.
Onzekerheid vraagt niet om aandacht,
ze buigt haar hoofd
en blijft aan je zijde hangen
als een adem die je niet kunt vangen.
Ze kent geen antwoorden,
alleen vragen die blijven liggen
in de stilte tussen gedachten.
Toch is ze zacht,
geen storm maar nevel.
Ze laat ruimte
voor wie durft te wachten.
In haar bescheidenheid
schuilt een vreemde kracht-
de moed om niet te weten,
en toch door te gaan.