Aan de overkant van de weg
staat een huis met gesloten luiken.
De tuin is stil,
alleen het gras beweegt
onder de adem van de wind.
Iemand heeft ooit een stoel laten staan,
schreef,
alsof die persoon zo terug zou komen.
Ik kijk ernaar
vanaf mijn kant,
alsof afstand
meer zegt dan nabijheid.
Misschien woont daar niemand meer.
Misschien woont er iemand
die nooit meer buiten komt.
De weg ertussen is smal,
maar ik niet steek niet over.
Soms is kijken voldoende