Aan de achterkant van de regenboog
valt het licht stil,
kleur zakt langzaam in aarde en steen.
Geen gouden pot,
geen fluistering van wonder,
alleen de lucht die ruikt naar verlaten dromen.
De hemel scheurt in stroken grijs,
en voeten zoeken paden die er nooit waren.
Wat schitterde aan de overkant
vervliegt in stilte,
als adem tegen koud glas.
Misschien is dat genoeg--
te weten dat je hebt gekeken,
en even geloofde.